TROUW: De Dokkumse zuivelcooperatie wil in heel Friesland een ‘belevingsindustrie’ aanwakkeren
In de aanloop naar de verkiezingen voor de Provinciale Staten, proeft Hans Marijnissen de regionale thema’s. Vandaag aflevering 5: in de Friese steden worden de gaten opgevuld met ‘belevingsnijverheid’.
Wat een toplocatie daar in Dokkum, pal tegenover het historische stadhuis. Op de hoek van De Dijk en de Vlasstraat, met uitzicht op de schepen van het Grootdiep, is net een verbouwing voltooid. Een McDonald’s? Een Jamin? De zoveelste Coffee Company? Nee, Zuco. Een modeketen? Drie enorme aluminium ketels laten iets anders zien: een zuivelcoöperatie.
Een melkfabriek op zo’n toplocatie? “Ja, juist op zo’n toplocatie”, zegt Hessel Jan Sinnige. Samen met voormalig chefkok Sander Wijnstra en pattisier Wiebe de Jong heeft hij Zuivelcoöperatie Zuco U.A. opgericht. Vooral om onder het oog van het publiek van dagverse melk zuivel te maken, karnemelk, yoghurt, kwark en ijs.
Sinnige is agrarisch ondernemer en van oorsprong veehouder en had in Dokkum Buiten ooit 170 melkkoeien grazen. Toen al zette hij erg in op zijn ‘maatschappelijke functie’. “Boeren zijn vaak negatief in het nieuws: ze bevuilen het fietspad en gaan zogenaamd niet goed met hun vee om. Het publiek mist de aansluiting met het agrarisch bedrijf, dus op open dagen probeerde ik te laten zien waar de melk vandaan komt.”
Totdat hij chronische rugklachten kreeg. Hij moest noodgedwongen zijn bedrijf verkopen, maar weigerde zijn passie op te geven. “De agrarische sector heeft storytelling nodig.”
“De regionale grondgebonden familiebedrijven moeten weer contact zoeken met de consumenten, om die band te herstellen die er vroeger was. En voor zoiets heb je een toplocatie nodig, midden in het drukke winkelgebied van Dokkum.”
Sinnige, ook een van de mensen achter het keurmerk De Molkerij dat regionale producten ondersteunt, besloot met zijn twee partners een ‘ouderwetse melkcoöperatie’ op te richten, die zelf het land, de koe, het voedsel en het zuivelproduct in handen heeft. “Wij gaan van gras tot glas.” Zuco biedt ambachtelijke producten aan, maar consumenten kunnen ook om speciale producten vragen. “Zo kregen wij het verzoek van een voedings- en lijfstijlcoach die vette yoghurt en eiwitrijke kefir wil, hapklaar met een eigen receptuur voor sporters. Dat kan worden gemaakt van A2-melk met omega 3-vetzuren. Ik weet dat je daarvoor Jersey-koeien nodig hebt, en grasrijk rantsoen als voeding. Vooral géén snijmais. Met die kennis kun je een specifiek product leveren. En dat doen we dus ook.”
Verbinding
Zuco heeft straks vaste klanten. In de plaatselijke Jumbo komt een rek met ambachtelijke en biologische zuivel tegen een hogere prijs dan het huismerk, maar ook restaurants en speciaalzaken doen bestellingen. Minstens zo belangrijk is de aanloop van losse klanten.
De melkauto komt elke morgen 1250 liter ruwe koemelk brengen, die in de ketels wordt verwerkt en waarvan volle en halfvolle melk wordt gemaakt, karnemelk, vla, en heel veel ijs. “Klanten kunnen de zuivel in kistjes met zes flessen meenemen, en hun schoongemaakte flessen tanken ze volgende keer weer vol.” Een eigen Fries streekproduct van kwaliteit en afkomstig uit de kringlooplandbouw, het verhaal van de boer, geen verpakkingsellende. Wat willen klanten nog meer?
“Met ons verhaal willen we de verbinding weer zoeken. Burgers hebben 170 obligaties van 1000 euro gekocht om dit mogelijk te maken, en de 5 procent rente die zij daarop ontvangen krijgen zij in zuivelwaardebonnen terug. De meesten zeiden: we hoeven er geen cent aan te verdienen.” Dokkum heeft op deze manier wel haar eigen zuivelcoöperatie terug, volstrekt zichtbaar, in de etalage van de stad.
Niet geheel toevallig ligt de melkfabriek pal tegenover de brouwerij Bonifatius, aan de overkant van het water. Koren op de molen van gedeputeerde Sander de Rouwe, die zich bezighoudt met winkelaanbod en leefbaarheid. De melkcoöperatie en de brouwerij zijn volgens De Rouwe dé oplossing voor leegstand. Hij pleit voor de komst van ‘lichte industrie’ naar plekken waar het winkelaanbod gaten vertoont. “Leegstand is een sluipmoordenaa. Van langdurige leegstand komt verloedering, en veel gemeenten hebben dat onvoldoende door. Daar komt de provincie om de hoek kijken. Om ze daarvoor te waarschuwen.”
Een deel van de leegstand is te wijten aan de economische crisis, zegt hij, maar denk niet dat het goed komt nu de economie weer is aangetrokken. 20 procent van het winkelaanbod komt nooit meer terug. Een deel van de klanten winkelt voorgoed online. “De slag om de winkelketens gaan individuele gemeenten niet winnen. Ze zullen moeten samenwerken in het ontwikkelen van nieuwe concepten.” De provincie Friesland houdt bewust outletcentra en ‘weidewinkels’ in het buitengebied tegen, maar vent ook de gedachte uit dat de vroegere ‘koopcentra’ moeten omvormen tot ‘ontmoetingscentra’ waar het publiek kan winkelen, maar ook uit eten kan en op het terras kan zitten.” Belevingsindustrie als een brouwerij en de zuivelcoöperatie passen precies in dat plaatje, zegt De Rouwe. Waarbij Sinnige benadrukt dat hij absoluut níet om subsidie verlegen zit. “We zijn ondernemers, die samen met onze klanten zelf iets prachtigs creëren.”
CDA’er gaat over leefbaarheid in de stadscentra
Friesland wordt bestuurd vanuit het provinsjehûs in Leeuwarden waar Arno Brok (VVD) Commissaris van de koning is. Van de elf partijen in Provinciale Staten zijn het CDA (9) en de PvdA (7) de grootste. Die laatste partij zit echter niet in het bestuur. Het CDA sloot een verbond met de VVD (5) en zocht vervolgens de steun bij de Fryske Nasjonale Partij (4) en SP (5). Gedeputeerde Sander de Rouwe die over de leefbaarheid in de stadscentra gaat is van het CDA.
